De introductie van een mogelijk Covid19-vaccin vraagt om internationale samenwerking en een eerlijk systeem voor de verdeling.
Dit is een aangepaste versie van een stuk dat ik voor het platform Responsible Statecraft van het Amerikaanse Quincy Instituut heb geschreven:
De verdeling van een mogelijk vaccin tegen Covid19 wordt een van de bepalende vraagstukken in de internationale politiek. Wie het vaccin kan produceren, heeft de macht in handen om invloed op andere landen uit te oefenen en bij voorbeeld te bepalen hoe snel zij economisch herstellen.
Gezien de machtsfactor van een mogelijk vaccin en het gebrek aan internationale wet- en regelgeving is het belangrijk om nu al afspraken over de verdeling te maken. Zonder internationale samenwerking dreigen er conflicten en nieuwe spanningen tussen landen, maar ook een oneerlijke verdeling die in het nadeel is van iedereen.
Conflicten door Covid19-vaccin
Amerikaanse veiligheidsexperts beschuldigden China onlangs van spionage en het hacken van farmaceutische bedrijven om gegevens van onderzoeken te verkrijgen. De zoektocht naar een vaccin zet de verhoudingen tussen China en de VS verder onder druk en wordt al vergeleken met de wedloop naar de maan tussen de VS en Rusland tijdens de Koude Oorlog. Suprematie en roem voor wie er het eerst is.
Meer dan tweehonderd mogelijke vaccines worden op dit moment wereldwijd ontwikkeld. Begin juni willen de wetenschappers van de Universiteit Oxford eerste onderzoeksresultaten over een van de meest veelbelovende kandidaten, ZD1222, presenteren. Ook in andere landen verlopen de onderzoeken snel.
Hoewel succes nog steeds allerminst zeker is, is het noodzakelijk om nu voorbereidingen voor de introductie van een mogelijk vaccin te treffen.
Oneerlijke verdeling H1N1-vaccin
Zonder internationale afspraken dreigen verdelingsconflicten een marktwerking de samenwerking en solidariteit onder druk te zetten. Regeringen zullen proberen de middelen voor hun eigen bevolking te bemachtigen en hamstergedrag vertonen. Geneesmiddelen en vaccins komen dan niet op de plekken terecht waar ze het nodigst zijn, maar in landen die de hoogste prijs betalen of de grootste druk op producenten kunnen oefenen.
Na de uitbraak van de varkensgriep (Nieuwe Influenza A, H1N1) in 2009 bij voorbeeld kochten rijke landen nagenoeg alle entstoffen in die beschikbaar waren. Ontwikkelingslanden visten achter het net. De Zuid-Afrikaanse president Cyril Ramaphosa heeft zondag landen reeds ertoe opgeroepen een mogelijk Covid-19-vaccin vrij en gelijkwaardig ter beschikking te stellen.
Corona-vaccin als mondiaal publiek goed
Bij een wereldwijde verspreiding van een erg besmettelijk virus zoals nu is iedereen gebaat bij internationale afspraken en een eerlijke verdeling: het is niet voldoende om de eigen bevolking te vaccineren, maar noodzakelijk dat ook in andere landen uitbraken worden voorkomen en ingedamd. Want pas als iedereen veilig is, is iedereen veilig.
Een manier om de marktwerking buiten spel te zetten, voor evenwicht te zorgen en conflicten te voorkomen, is om een Coronavaccin als mondiaal publiek goed te beschouwen waarover iedereen zou moeten beschikken.
De lidstaten van de Wereldgezondheidsorganisatie (WHO) hebben eind mei reeds ertoe besloten. In een tweede niet-bindende resolutie hebben de landen bovendien toegezegd samen te willen werken om onder meer de prijzen voor mogelijke vaccines en behandelingsmiddelen te beperken.
Creëer internationaal systeem voor verdeling Covid19-vaccin
Het is nu aan alle landen om gezamenlijk een sterk internationaal systeem voor de verdeling van een vaccin te creëren. Dit houdt in dat de verschillende belangen worden afgewogen, maar dat het publieke goed – bescherming en zorg voor iedereen – voorop staat.
Er wordt gevreesd dat farmaceutische bedrijven de prijzen van een nieuw vaccin omhoog drijven. Zij bepalen normaliter welke hoeveelheden geproduceerd worden, en aan wie zij een middel voor welke prijs verkopen.
Onder de regels van de Wereldhandelsorganisatie (WTO) kunnen landen echter tot gedwongen licentiëring overgaan. Daarmee wordt de patentbescherming verlicht en kunnen ook andere bedrijven een middel produceren, zonder toestemming van de octrooihouder.
Gedwongen licentiëring is een uiterste middel en moet terughoudend worden ingezet – de omstandigheden van de Coronacrisis vragen echter om krachtige maatregelen. Sommige landen zijn er al mee bezig: de noodwetgeving in Canada geeft de minister van volksgezondheid bij voorbeeld het recht om patentwetten te omzeilen als een octrooihouder de vraag naar zijn producten zelf niet aankan.
Voorbereidingen voor introductie Corona-vaccin
Het effenen van de markt is slechts een eerste stap: niet alleen voor de toegang tot een mogelijk vaccin zijn internationale afspraken nodig, ook de productie, de levering – bij voorbeeld de versterking van koelketens in ontwikkelingslanden voor zover die nodig zullen zijn bij een Coronavaccin – en de binnenlandse verdeling vragen om voorbereidende maatregelen. Overheden moeten de vraag beantwoorden welke bevolkingsgroep of beroepen prioritaire toegang krijgen, voordat het vaccin er is.
De ervaring in de omgang met de varkensgriep kan daarvoor inzichten bieden, laat echter ook de tekortkomingen zien. Meer dan een decennia na de uitbraak van de Nieuwe Influenza A (H1N1) ontbreken er nog steeds internationale kaders voor de gelijkwaardige verdeling van schaarse middelen. Dit is het moment om deze afspraken te maken.