In een essay voor De Groene Amsterdammer schreef ik over het fatalisme en de onverschilligheid in Europa ten opzichte van een oorlog in Oekraïne.
Voor het eerst in lange tijd wordt een oorlog in Europa weer als reële, zelfs onvermijdelijke optie gezien. Net zoals voor de Eerste Wereldoorlog beseft iedereen dat het uitbreken van een oorlog op elk moment mogelijk is. Net zoals honderd jaar geleden staan echter weer staan eigen belangen het nastreven van een gezamenlijk doel (weer) in de weg. Duitsland wil een gaspijplijn met Rusland niet opgeven, Hongarije de bouw van twee kerncentrales voortzetten, Frankrijk de invloed van de VS en het VK door meer Europese samenwerking indammen.
De Australische historicus Christopher Clark beschreef in zijn spraakmakende boek ‘De Slaapwandelaars’ hoe de wereld aan het begin van de twintigste eeuw de Eerste Wereldoorlog in struikelde. Achter de besluiten die tot het uitbreken van de oorlog leidden, lagen volgens hem gebrekkige communicatie, veronderstellingen en aannames die een onvoorspelbare ontwikkeling van gebeurtenissen konden ontketenen. De verwachting dat een rivaal op elk moment een oorlog zou kunnen beginnen leidde tot een permanente dreiging die iedereen deed vermoeden dat een oorlog daadwerkelijk op handen was. Tot het uiteindelijk ook gebeurde.
De parallel met het verleden is niet het gevaar van een derde wereldoorlog. De parallel met het verleden zit veel meer in het denken: het gevoel dat oorlog als onvermijdelijk wordt gezien.